noemt men bij een scheikundige → reactie de per tijdseenheid omgezette hoeveelheid stof. Bij constante temp. is de r. evenredig met het product van de concentraties der reageerende stoffen (wet van Guldberg en Waage).
De evenredigheidsfactor heet reactieconstante. Deze reactieconstante is o.a. afhankelijk van het medium, waarin zich de reactie af speelt en verder (sterk) afhankelijk van de temp.
Naargelang de reactie zich afspeelt in een homogeen of heterogeen systeem (→ Phasen), spreekt men van homogene of heterogene reacties. Bij homogene reacties wordt in het alg. bij 10° C temperatuursverhooging de r. 2 à 3 maal zoo groot.
Bij heterogene reacties vindt de reactie plaats aan het grensvlak van een phase (bijv. oplossen van vast CaCO8 in zoutzuur). De r. wordt dan dikwijls bepaald door de snelheid, waarmede de reageerende bestanddeelen naar dit grensvlak kunnen diffundeeren; diffusiesnelheid en r. werken hier dus samen.
In gasvormige systemen is meestal de diffusiesnelheid grooter dan de r.; bij vloeibare phasen treedt meestal het omgekeerde op. Wordt de r. zéér groot, dan kan zij leiden tot explosie.
Voor de beïnvloeding der r. door bep. stoffen, zie Katalyse.Lit.: A. Eucken, Lehrb. d. chem. Physik (1932); C. N. Hinshelwood, Chem. change in gaseous reactions (1935). A. Claassen