Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 02-10-2019

Raad van Vlaanderen

betekenis & definitie

Autonome regeering, door de Vlaamsche „activisten” op 4 Febr. 1917 opgericht als gevolg van hun streven naar het losrukken van Vlaanderen uit het Belg. staatsverband. De Duitsche bezetting erkende den Raad alleen als raadgevend lichaam.

In verband daarmede werd op 21 Maart 1917 de administratieve scheiding tusschen Vlaanderen en Wallonië afgekondigd. Het bestuurlijk gebied Vlaanderen bestond uit Oost- en West-Vlaanderen, Antwerpen, Limburg en Brabant (het arrondissement Nijvel uitgezonderd).

De hoofdstad werd Brussel. Buiten den wil der Duitschers werd op 22 Dec. te Brussel de volledige zelfstandigheid van Vl. uitgeroepen.

Het bureel van den Raad bestond uit W. De Vreeze (voorzitter), R.

De Clercq en H. Planquaer (ondervoorzitters), J.

Van den Broeck en Vlaemynck (secr.) en L. Maesfranckx (quaestor).

Een commissie van gevolmachtigden, door een College van Zaakgelastigden op 16 Aug. 1917 vervangen, nam de uitvoerende macht in handen.

Dr.

A. Borms, wien het dept. van Nationaal Verweer toevertrouwd werd, beheerschte de geheele beweging door zijn persoonlijkheid.

Bij de nederlaag der Duitschers en den terugkeer der Belg. regeering werd de R. v. Vl. ontbonden.

De meesten zijner leden namen de wijk naar het buitenland.Lit.: Schets van den Ontwikkelingsgang der Vlaamsche Beweging.

De Schaepdrijver.