(Ned. recht). De kantonrechter neemt kennis van de vordering tot o. van huizen, gebouwen, woningen, pakhuizen, stallen, zolders en kelders, zonder beperking wat het bedrag der huur betreft, en van pachthoeven, landerijen, tuin- en andere gronden, mits de huur, over het jaar gerekend, of de waarde daarvan, niet meer dan 200 gld. bedraagt, tenzij de huurder een schriftelijk bewijs vertoont van bestaande vernieuwde of verlengde huur. De kantonrechter kan op mondelinge aanvrage van de belanghebbenden de dagvaarding van den gewezen huurder bevelen op alle dagen en uren (art. 122 Rv.). In al de bovengenoemde gevallen kan tenuitvoerlegging van de vonnissen bij voorraad worden bevolen, niettegenstaande verzet of hooger beroep, en wel op de minuut.
Slechts de vertooning van de minuut ter woonplaats van de veroordeelde partij wordt dan vereischt (art. 123 Rv.). De o. kan daarna zonder verdere formaliteiten door den deurwaarder, bijgestaan door twee getuigen, woorden tenuitvoergelegd (art. 124 Rv.). Bronsgeest.
