(Meningitis cerebrospinalis epidemica), besmettelijke vorm van hersenvliesontsteking, welke veroorzaakt wordt door kleine coccen (Weichselbaum 1887). Incubatietijd 2-3 dagen.
De besmetting geschiedt vooral door bacillendragers, die de meningococcen in hun neus-keelholte herbergen en door hoesten en niezen verspreiden. In de meeste gevallen blijft de infectie beperkt tot de neus-keelholte.
Is de aangeboren of verkregen weerstand echter onvoldoende (kinderen), dan verwekken de meningococcen een algemeene infectie, welke zich bij voorkeur in de hersenvliezen localiseert. In het hersen-ruggemergvocht, dat door aftappen (lumbaalpunctie) verkregen wordt, vindt men de meningococcen vooral in de ettercellen.
De ziekte verloopt met hevige hoofdpijn, braken en andere verschijnselen van prikkeling van het zenuwstelsel, waarbij vooral een kramp der nek- en rugspieren op den voorgrond treedt.Koenen.