1° Een ➝ variant heet m. niet-toenemend, indien van twee opeenvolgende elementen der variant de volgende steeds kleiner dan of gelijk aan de voorgaande is, daarentegen m. niet-afnemend, indien de volgende steeds grooter dan of gelijk aan de voorgaande is. Indien het gelijk zijn is uitgesloten, heet de variant in het eerste geval m. afnemend, in het tweede geval m. toenemend.
2° Een eenwaardige ➝ reëele functie heet in zeker interval (a, b) m. niet-toenemend, resp. m. niet-afnemend, indien zij in dit interval steeds afneemt of constant blijft, resp. steeds toeneemt of constant blijft. M. afnemend en m. toenemend wordt gedefinieerd als onder 1°.
J. Ridder.
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk