Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 16-10-2019

Monotheletisme

betekenis & definitie

Dwaling, die leert, dat er in den godmensch slechts één wil is. Patriarch Sergius van Konstantinopel (sinds 610) had de leer van het ➝ Monenergisme voorgesteld als middel tot hereeniging tusschen Katholieken en Monophysieten.

Sophronius van Jerusalem verzette er zich krachtig tegen. Sergius wist paus Honorius te winnen door het voor te stellen alsof het maar een strijd om woorden was.

De paus vermaande Sophronius noch van een noch van twee werkingen in Christus te spreken. Sophronius zond bisschop Stephanus naar Rome om den paus beter in te lichten.

Bij zijn aankomst is Honorius gestorven (638). Toen verscheen de zgn.

Ecthesis van keizer Heraclius (door Sergius reeds in 634 opgesteld), waarin verboden werd te spreken over twee werkingen in Christus, maar de leer werd verkondigd van één wil. De patriarchen van het Oosten aanvaardden de Ecthesis, maar Rome weigerde en bleef weigeren. ➝ Maximus Confessor was de voornaamste verdediger der orthodoxie.

De strijd duurde voort, totdat het M. plechtig veroordeeld werd op het 6e Algemeen concilie 680-’81. Nog vrij lang daarna worden er wel Monothelieten gevonden, maar de kracht der dwaling is dan toch gebroken.Lit.: Kirsch, Kirchengesch. (I 1930, 671-691); Dict. Théol. Cath. (X 1929). Franses.

< >