Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 18-09-2019

Ministerieele verantwoordelijkheid

betekenis & definitie

In Nederland.

1° De strafrechtelijke m. v., ingevoerd bij de Grondwetsherziening van 1840, wegens schending van de Grondwet, andere wetten of alg. maatregelen van bestuur, is geregeld bij de wet van 22 April 1855 en de art. 355 en 356 W. v. Str. Welke minister verantwoordelijk is, wordt aangewezen door de mede-onderteekening (contra-seign) van het desbetreffende K. B. De vervolging kan slechts uitgaan van de Tweede Kamer of de Kroon. Het rechtsprekend college is de Hooge Raad. De strafrechtelijke m. v. behoefde in Ned. nooit geldend te worden gemaakt.
2° De politieke m. v., neergelegd in art. 53 der Grondwet luidende: „de Koning is onschendbaar; de ministers zijn verantwoordelijk”, ziet op de verantwoordelijkheid voor de regeeringshandelingen tegenover het parlement. Voor iedere regeeringsdaad kan steeds een minister door het parlement ter verantwoording worden geroepen. De minister kan zich niet verschuilen achter den Koning. Over de gevolgen van de politieke m. v. zie ➝ Parlementair stelsel.

Struycken.

In België. Geen besluit van den Koning is van kracht, tenzij het mede onderteekend is door een minister, die door zijn mede-onderteekening alleen daarvoor verantwoordelijk wordt (art. 64 Grondwet). De m. v. is tweeërlei:

1° de politieke, tegenover de openbare meening, tegenover de Kamers en ook wel tegenover den Koning zelf;
2° de rechterlijke, hetzij de strafrechterlijke, hetzij de burgerlijke (art. 90 Grondwet). In geen geval kan het mondeling of schriftelijk bevel van den Koning een minister van zijn verantwoordelijkheid ontheffen (art. 89 Grondwet). Dit bewijst, dat de minister meer verantwoordelijk is tegenover de vertegenwoordigers van het volk dan tegenover den Koning.
V. Boon.