Een der beste Grieksche schrijvers der Christelijke Oudheid. Van zijn leven is alleen bekend, dat hij bisschop van Olympus in Lycië was en in 311 den marteldood stierf. Ten onrechte heeft men hem ook bisschop van Patara, Tyrus of Philippi gemaakt.
Zijn hoofdwerk is het Symposion, het Gastmaal of over de Maagdelijkheid, in den vorm nabootsing van Plato. Het eindigt met een prachtigen hymnus op Christus en de Kerk. Van zijn overige werken zijn sommige in Gr. fragmenten en Slavische vertaling, andere alleen in vertaling bewaard.
Hij schreef Over den vrijen wil en Over de Verrijzenis en ook exegetische traktaten. Hij bestreed de dwalingen van Origenes en toonde zich, naast voortreffelijk stilist, ook goed theoloog. Franses.Uitg. en Lit. bij Bardenhewer, Gesch. d. altkirchl. Lit. (II 1914, 334-351); Dict. Théol. Cath. (X 1929).