Koning van Beieren (1848-’64). * 28 Nov. 1811 te Nymphenburg, ✝ 10 Maart 1864 te München. Zoon van Lodewijk I en Therese van Saksen-Hildburghausen. Hij ondernam vsch. reizen naar Italië en Griekenland, en leefde gewoonlijk teruggetrokken in het slot Hohenschwangau (bij Füssen) omringd van geleerden en kunstenaars.
In 1848 besteeg hij den troon en koos aanvankelijk liberale raadslieden, doch keerde na 1850 tot de reactie terug. Hij verzette zich tegen de unionistische pogingen van het Frankf. Parlement (→ Frankfort, s.v.), onder Pruisische hegemonie; steunde daarentegen Oostenrijk, en trachtte een bond van Duitsche middenstaten op te richten tusschen Pruisen en Oostenrijk (→ Triaspolitiek, en → Vier-Koningenbond).
M. bevorderde in groote mate de wetenschappen in zijn land: hij deed vsch. beroemde geleerden naar München komen (Liebig, Sybel) zonder op godsdienstige gezindheid te letten, wat de misnoegdheid der streng Kath. partij verwekte. M. huwde 1842 met prinses Maria van Pruisen.Lit. : v. Döllinger, König M. II. und die Wissenschaften (Akad. Vortr., Bd. II 1889); Kohut, König M. und der Philosoph Schelling (1914); Doeberl, Entwicklungsgeschichte Bayerns (III 1931). Bousse