Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 18-09-2019

Maria Louisa

betekenis & definitie

(Marie Louise) van Habsburg-Lotharingen, keizerin der Franschen (1809-15). * 12 Dec. 1791 te Weenen, ✝ 17 Dec. 1847 aldaar. Oudste dochter van keizer Frans I van Oostenrijk. Op 1-2 April 1810 trad zij in het huwelijk met Napoleon I en schonk dezen 20 Maart 1811 een zoon, die den titel van koning van Rome ontving.

Gedurende de veldtochten in 1813-14 werd zij door haar echtgenoot onder beperkende bepalingen tot regentes benoemd. Op 29 Maart 1814 verliet zij Parijs en vertrok op 25 April naar Weenen, waar zij ook gedurende de Honderd Dagen verbleef. Sedertdien legde zij de grootste onverschilligheid aan den dag omtrent het lot van haar gemaal.

In 1822 sloot zij een morganatisch huwelijk met haar Oberhofmeister, graaf van Neipperg, wien zij drie kinderen schonk. In 1834 huwde zij met den graaf van Bombelles. In 1815 protesteerde zij te vergeefs, omdat de rechten van den zoon van Napoleon op de opvolging in Frankrijk niet erkend werden.

Zij zelf werd toen hertogin van Parma, Piacenza en Guastalla (1816).Uitg.: van haar Correspondance, 1799-1847 (Weenen 1887).

Lit.: F. Masson, L’impératrice M. L. (Parijs 1902); M. Billard, Les maris de M. L. (Parijs 1909; ook Duitsch); Cuthell, An imperial victim (2 dln. 1911); Ravage, Empress Innocente. The life of M.

L. (New York 1931); Guatteri, M. L. (Florence 1932). Lousse.