Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 18-09-2019

Lyon

betekenis & definitie

A) Aardrijksk. en econ. L. is de hoofdstad van het dept. Rhône in Frankrijk (XI 96 F4), aan de samenvloeiing van Rhöne en Saöne, 165 m boven zee.

Aantal inw. ca. 663 000. L. is zeer gunstig gelegen in een vruchtbare vlakte, aan de kruising van N.—Z. en W.—O. weg; 7 spoorlijnen komen in 7 stations samen. Belangrijke vesting; oude aartsbisschopszetel; oude univ.; groote fabrieksstad.

Het oudste deel Tourvière ligt in het W. op een heuvel met bochtige straten, oude huizen, de kathedraal St. Jean (12e-15e e.) en de bedevaartskerk Notre Dame de Fourvière. Tusschen Rhöne en Saône La Croix Rousse en Perrache, de eigenlijke winkelbuurten en arbeiderswijken; ten O. van de Rhöne is Les Brotteaux de woonplaats der meer gegoeden.

Een 30-tal bruggen verbinden de stadsdeelen. De onderwijsinrichtingen zijn zeer talrijk en zeer verscheiden. Naast een rijksuniversiteit is er een Katholieke universiteit, eveneens met vier faculteiten (zie → Institut-Catholique, s. v.).

Vele instituten en laboratoria (voor textiel, leer, horloges, wijn, handel; voor architectuur, muziekleer, notaris- en tandartsopleiding enz.). Beroemd is het textielmuseum, daarnaast musea op velerlei gebied (botanie, geographie, kunst, penningkunde, oudheden; industrie, zijde; politie; koloniën; missies). De scheepvaart beteekent niet veel; het luchtverkeer is zeer belangrijk.

De voornaamste industrie is de zijde-industrie; verder kleeding, schoenen, metaal, rubber, kunstmest, conserven. Bekend is de jaarmarkt van 1 tot 15 Maart.B) Geschiedenis
a) Profaan. Het Gallische Lugdunum werd in 43 v. Chr. een Rom. kolonie en in Augustus’ tijd hoofdstad van Gallië. In de 2e e. was L. reeds zetel van een bisscbop, later van een aartsbisschop. In de 5e e. behoorde L. tot het Bourgondische rijk en kwam dus ook aan het Frankische rijk. Onder keizer Iioenraad II ging het over naar het Duitsche rijk, Philips de Schoone bracht het in 1312 weer aan Frankrijk. Onder de Nationale Conventie 1793 werd L. uitgemoord en verwoest. In 1831 en 1834 vonden hier de zijdeweversoproeren plaats; in 1870 een communistische opstand.

Lit.: Steyert, Nouvelle hist. de L. (3 dln. 1895-’99); A. Kleinklausz, L., des orig. a nos jours 1925); H. d’Hennezel, L. (in Les villes d’art célèbres, 1923); Ardouin-Dumazet, La Région Lyonn. (31911); Riotor, L. la cité de la soie (1931); Audin, Lyon sur le Rhöne ; V. Cambon, La France au Travail: Lyon. Heere Consulta van Lyon, bijeenkomst van 454 notabelen uit de Cis-Alpijnsche Republiek om een door Napoleon vastgestelde grondwet aan te nemen (1802). Napoleon bereikte er zijn doel mee: het bestuur van de CisAlpijnsche Republiek in monarchalen geest te wijzigen om Italië beter te kunnen beheerschen t.o.v Oostenrijk.

b) Kerkgeschiedenis. Lyon is de oudste bisschopszetel van Gallië en was gedurende eenigen tijd het eenig hiërarchisch centrum der Christenheid van heel Gallië. Er zullen ongetwijfeld Christenen geweest zijn in Marseille en de Rhône op, tot L. en verder naar het Noorden, maar historisch kan niet bewezen worden, dat er een bisschop was vóór Pothinus van Lyon, die in 177 met vele andere Christenen den marteldood stierf. De kerk van L. zond Irenaeus met een verslag van dien marteldood naar Rome, waar Irenaeus tot bisschop werd aangesteld. L. stelde zich ook in verbinding met Rome in de aangelegenheid van het Montanisme, maar ten onrechte heeft men beweerd, dat de Christenen dier stad zelf Montanistisch waren. In de 2e en 3e eeuw komen Arles en Vienne meer tot aanzien en in de 5e eeuw gaat de strijd om den voorrang in Gallië tusschen die twee steden, terwijl L. op den achtergrond is geraakt, waartoe de plundering der stad ca. 407 wel bijgedragen zal hebben. Pas in de 9e eeuw is er weer sprake van een soort primaat van L. over de Frankische Kerk. Na Irenaeus moeten als beroemde bisschoppen vooral genoemd worden: S. Eucherius, ✝ 450, S. Rusticus, ✝ 601, S. Nicetius, ✝ 573, Leidradus, 798-816, Agobard, 816-840. Gregorius VII schonk aan den metropoliet van L. primatialo rechten over de kerkprovincies van Tours, Sens en Rouaan met den titel van Primas Galliarum. Sinds 1801 werden vrijwel alle aartsbisschoppen van L. kardinaal. Niet zonder moeite werden in 1864 het Romeinsche brevier en missale ingevoerd en in 1904 werden afwijkingen in de Mis-liturgie, die op den ouden tijd teruggaan, door Rome goedgekeurd (liturgie van Lyon). Het tegenwoordige aartsbisdom omvat de departementen Rhöne en Loire. In L. ontstond het → Genootschap tot voortplanting des Geloofs.

Lit.: Duchesne, Fastes épiscopaux de l'ancienne Gaule (I 1907, II 1910) ; Dict. Archéol. Cbrét. Liturg. (X 1931, 1-402); Lex. Theol. Kirche (VI 1934); Buenner, L’ancienne Liturgie Romaine, le Rite lyonnais (Lyon 1934). Frames Concilies van Lyon. Te L. zijn twee algemeene concilies gehouden: het eerste (13e algemeene), 1245, werd bijeengeroepen door Innocentius IV. Het nam maatregelen tot hulp aan het H. Land en behandelde de vele diepgaande conflicten met keizer Frederik II, dien het van den troon vervallen verklaarde.

Het tweede (14e algemeene) vond plaats in 1274, onder Gregorius X. De H.H. Bonaventura en Albertus de Groote namen er aan deel. Het trof weer hulpmaatregelen voor het H. Land, voerde het → conclave bij de pauskeuze in en bracht met de Grieksche afgescheidenen een hereeniging tot stand, die echter niet blijvend was.

Lit. : Hefele-Leclercq, Hist. d. Conciles (V, 2 en VI, 1); Dict. Théol. Cath. (IX). Gorris