(Cursores), verouderde benaming voor een orde der vogels, waartoe drie groepen gerekend werden, nl. vogels met zwempooten, vogels met waadpooten en die met gangpooten. Kenmerkend voor de laatste groep zijn de tot aan of over het hielgewricht bevederde pooten, zonder zwemvliezen of gelobde teenen. Tot de l. behooren o.a. de hoenders, duiven, uilen, roofvogels, koekoeken, spechten, hoppen, nachtzwaluwen, kraaien en zangvogels.
In engeren zin rekent men tot de l. die vogels, welke meer loopen dan vliegen en waarvan sommige soorten, als de struisvogel, ➝ kasuaris en ➝ emeu (Dromaeus), het vliegvermogen zelfs verloren hebben. Bernink.