Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 18-09-2019

Lodewijk IV van Beieren

betekenis & definitie

Koning van Duitschland en keizer van het Roomsche Rijk. * 1 April 1282 te München, ✝ 11 Oct. 1347 bij München op de jacht. In 1314 door de meerderheid der keurvorsten tot Roomsch-koning gekozen tegen Frederik den Schoonen als mededinger. Gevolg was een achtjarige burgeroorlog, die beslist werd door de gevangenneming van Frederik in den slag bij Mühldorf (1322).

Spoedig in conflict met den paus, wijl L. in Italië zijn keizerlijke rechten wilde doen gelden en die van den paus op de Duitsche koningskeuze uitschakelen. L. drong tot Rome door, liet zich in de St. Pieter door kard.

Sciarra Colonna tot keizer kronen, beschuldigde paus Joannes XXII van ketterij en benoemde Petrus van Corbara tot tegenpaus Nicolaas V. Hierop volgde de kerkelijke ban en langdurige strijd met den paus. Aanvankelijk gesteund door de Duitsche openbare meening en de keurvorsten, wekte hij weldra algemeene ontevredenheid door zijn streven om de macht van zijn huis te vermeerderen.

Paus Clemens VI bewoog de van L. vervreemde keurvorsten tot de keuze van een nieuwen keizer (Karel IV van Luxemburg 1346). L.’s dood voorkwam de vijandelijkheden. Hij ligt begraven in de O.

L. Vrouwekerk te München.Lit.: J. de Jong, Handb. der Kerkgesch. (II 21932, 14-20, met ruime literatuuropgave). Wachters.

< >