Liedertafel noemen zich mannenzangvereenigingen, die in gezellig samenzijn het lichtere genre der koorliteratuur uitvoeren. De oprichter van de eerste l. was C. F.
Zelter, echter met serieuzer tendens, en uitsluitend voor componisten, dichters en beroepszangers toegankelijk (1809). Spoedig daarop had elk Duitsch stadje zijn l.; vooral de „Rheinische” l. werden beroemd. Ook in Ned. vond de l. ingang.Lit.: H. Thierfelder, Vorgesch. und Entw. des d. Mannergesangs (1922); H. Pfeil, Liedortafelkalender. Voor de Ned. l. tschr. Caecilia (IX 1852, blz. 212). Koole.