Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 18-09-2019

Lawrence (persoon)

betekenis & definitie

1° David Herbert, Eng. romanschrijver en dichter van Iersche afkomst. * 11 Sept. 1885 te Eastwood (Nottingham), ✝ 3 Maart 1930 te Bandol bij Toulouse. L. reisde in Europa en Amerika. Vanaf zijn eersten roman The White Peacock (1911) toont hij groote belangstelling voor het sexueele, die toenam door zijn studie van Freud’s theorieën (vergelijk hiervoor zijn studie Psychoanalysis and the Unconscious, 1921) en uitgroeide tot een theorie, die in een cultus van de natuur tegenover de civilisatie eindigde en zijn creatief werk ten slotte nadeelig beïnvloedde.

Deze cultus bracht hem ook tot een niets ontziende uitbeelding van het geslachtelijke en tot een blasphemische anti-Christelijkheid; desniettemin is zijn beste werk vaak van een treffende zielkundige ontleding, sterke karakterteekening en grootsche beschrijvingskunst, terwijl hij door zijn verzet tegen een overbeschaving en een vaag humanitarisme een grooten invloed heeft uitgeoefend en uitoefent. Als dichter hoorde hij bij de Imagisten, doch ook zijn verzen zijn sterk persoonlijk en beïnvloed door zijn theorieën. Jeugdherinneringen werden vooral verwerkt in zijn grooten roman Sons and Lovers (1913), algemeen als zijn beste werk beschouwd; hier is een vooropgezette meening nog niet zoo overmachtig.

Een goed deel van het werk van Lawrence valt onder de verboden lectuur.Voorn. werken. Romans : The Rainbow (1915); Aaron’s Rod (1925); The Plumed Serpent (1926). Gedichten : Love poems and others (1913); Amores (1916); New Poems (1918) ; Birds, Beasts and Flowers (1923). Studies: Studies in Classic Amer. Lit. (1923); Assorted Articles (1930).

Lit.: Middleton Murry, Reminiscences of D. H. L. (1932); Mabel D. Luhan, Lorenzo in Toas (1932); Frieda Lawrence, Not I, but the Wind (1935); A. Huxley, Letters of D. H. L. (1932) ; Jos. Panhuijsen, in Boekenschouw (jg. 28, nr. 3).

J. Panhuijsen.
2° Sir Thomas, portretschilder. * 13 April 1769 te Bristol, ✝ 7 Jan. 1830 te Londen. Hij was vroeg rijp en vormde zich zelf; spoedig na zijn komst te Londen (1870) kwam hij in trek als portrettist en na eenige jaren hoorde hij tot de meest gevierde bij hof en adel. Hij schilderde tallooze bekende personen uit zijn tijd; zijn kunst is elegant en aangenaam, maar zeer oppervlakkig.

Schretlen. Lit. : Armstrong-, Life of Sir Th. L. (1913).

3° Thomas Edward, reiziger en avonturier. * 15 Aug. 1888 te Tremadoc (Wales), ✝ 19 Mei 1935 in Dorsetshire. Na slechte studiën gedaan te hebben te Oxford, reisde hij in Syrië en Arabië. Tijdens den Wereldoorlog trad hij in de Intelligence Service, reisde weer door Arabië en Mesopotamië, en zette deze landen op tegen Turkije om in die streken de heerschappij van Engeland te vestigen (zie onder →Faisal). Naar Engeland teruggekeerd, nam hij dienst in het luchtleger, en bezweek aan de gevolgen van een motorongeval.

Voorn. werken: Seven pillars of Wisdom (1935 ; met voorzichtigheid te gebruiken !); merkwaardige prozavertaling van de Odyssee (herziene ed. 1935); Arabië in opstand (1935).

Lit. : R. Graves, T. E. L. and the Arabs (1927). Cosemans.