(Duitsch: Königsberg; Poolsch: Krolewic), havenstad aan de Pregel (IX 576 I1), hoofdstad der prov. Oost-Pruisen;ca. 300 000 inw. (91,7 % Prot. en 4,8 % Kath.). Transitohandelsstad: invoer over zee door het Königsberger Seekanal (door het Frische Haff) van koloniale waren, ijzer, kalk, voedings- en genotmiddelen; uitvoer van hout, koren, vlas, talk, teer en huiden.
Bezienswaardig zijn het slot en de dom (1333), die op palen is gefundeerd en sedert den bouw reeds 1 m is gezakt en die het graf van Kant bevat. Universiteit.Geschiedenis. De burcht K. werd gebouwd op het eind van de 13e eeuw en werd genoemd naar koning Ottokar II van Bohemen. K. was de residentie der Grootmeesters der Duitsche Orde en na 1525 van de Pruisische hertogen. Sedert 1701 kroningsstad der Pruisische koningen. In 1807 was K. in handen der Franschen. Sinds 1847 is K. een vesting. Koningsberger probleem Dit aan L.
Euler opgegeven probleem, dat mede aanleiding heeft gegeven tot de ontwikkeling der topologie, heeft betrekking op den loop van de rivier de Pregel door de stad Koningsbergen. De twee takken, waaruit de rivier ontstaat, vormen vóór de samenvloeiing een eiland, dat door vijf bruggen met den vasten wal verbonden is; over elk der beide takken ligt bovendien nog een brug. Gevraagd wordt, of liet mogelijk is zoo te loopen, dat men al die bruggen, elk eenmaal, achtereenvolgens passeert. Het antwoord luidt ontkennend.
Lit.: Euler, Solutio problematis ad geometriam situs pertinentis (Comm. Acad. Petr. VIII, 1736, 128); W. Ahrens, Math. Unterhaltungen und Spiele (II Leipzig 21918, 183). Dijksterhuis