Jovan cvijic - (uitspraak: Zwiejitsj), Servisch geograaf; * 29 Sept. 1865 te Loznica (Servië), ✝ 9 Jan. 1927 te Belgrado; in Weenen onderging C. den invloed van de geografen Suess en Penck; vanaf 1893 prof. te Belgrado. Bevorderde de kennis van de morphologie en de hydrographie der kalklandschappen, de Karst en aangrenzende gebieden tot voorbeeld nemend.
Daarna breidde hij het terrein van onderzoek over het geheele Balkanschiereiland uit en publiceerde waardevolle studiën over geologie, morphologie en anthropogeographie van dit schiereiland. C. stichtte en leidde het Servisch Aardrijksk. Genootschap.
Voorn. werken: Das Karstphanomen (1893); Morphol. und glaziale Studiën aus Bosnien etc. (1900); Atlas der groszen Seen der Balkanhalbinsel (1902); Geolog. Atlas von Mazedonien und Altserbien (1903); Ansiedlungen im serb. Lande (5 dln. 1902—’09, in het Servisch); Grundlinien der Geographie und Geologie von Mazedonien und Altserbien (1908); La Péninsule balkanique. Géographie humaine (1918); Hydrographie souterraine et évolution morphologique du Karst (1918); Geomorfologija (1925—’26). v. Velthoven