Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 05-06-2019

Jan en Olivier van Dixmude

betekenis & definitie

Twee beroemde kroniekschrijvers uit de 15e eeuw. De eerste, zoon van Jaak en Clara Vondelinc, kanunnik van St.

Maarten te Ieperen, ✝ 1436, schreef omstreeks 1428 een Chronike ende genealogie van den prinsen ende graven van den Foreest van Buc, dat heet Vlaanderland, van 863 tot 1436, van belang vooral voor de gelijktijdige geschiedenis, waarvan A. De Smet in zijn Excellente Chronike van Vlaenderen ruimschoots gebruik heeft gemaakt.

De tweede, patriciër van Ieperen, is de schrijver van een Boucxken van den ghonen die t’ Ypre in de wet ghezijn hebben sijdert dat men screef ’t jaar M. CCC.LXVI: een soort stadskroniek in de algemeene geschiedenis van Vlaanderen van 1377 tot 1415; van belang voor de kennis van dien tijd en van de hoogere burgerij onder Jan zonder Vrees en Philips den Goeden.

De toeschrijving aan Olivier van Dixmude is slechts een waarschijnlijke hypothese van den eersten uitgever.Uitg.: beide door J. J. Lambin, de Chronike (Ieperen 1839) ; het Boucxken, onder den titel: Merkwaerdige gebeurtenissen vooral in Vlaenderen en Brabant van 1377 tot 1443 (1835).

Lit.: Piot, Jean de Dixmude, in Biogr. Nat.; H. Pirenne, Olivier de Dixmude, in Biogr. Nat. V. Mierlo Richard Watson Dixon Engelsch geschiedschrijver en dichter; * 1833, ✝ 1900. Zoon van Methodistisch dominee; vriend van Morris te Oxford; Anglicaansch geestelijke in 1858; onder-directeur van de High School te Carlisle 1863; kanunnik van Carlisle 1868; vicar van Hayton sedert 1875.

Vriend en correspondent van G. M. Hopkins, vooral na 1878, en van R. Bridges.

Werken: gedichten: Christ’s Company (1861); Historical Odes (1863); Mano (1883); Odes and Eelogues (1884) ; Lyrical Poems (1886) ; verzamelde uiig. door R. Bridges (1909). Geschiedwerk : The History of the Church of England from the Abolition of Roman Jurisdiction (6 dln. 1878—1902). Pompen Diyllus van Athene Grieksch historicus uit de 4e—3e eeuw v. Chr. Zijn (verloren) werk, dat de geschiedenis van Griekenland, Sicilië en Macedonië behandelde, met 357 v. Chr. begon en ging tot het jaar 296 v.

Chr., was als voortzetting van het werk van Ephorus bedoeld en werd later door Psaon voortgezet. Pottelbergh Djabir Inlandsch sultanaat gelegen op den rechteroever van de Oeelle-rivier (Belg. Kongo). Alvorens de Arabieren van Maniema onder zijn gezag te brengen (→ Arabische Veldtochten), moest Kongo-Vrijstaat vermijden, dat zij geholpen zouden worden door hun geloofsgenooten van Opper-Soedan, die in 1885 te Kartoem generaal Gordon hadden overwonnen en vermoord (→ Mahdisten). Een expeditie onder commando van kapitein Van Kerckhoven werd ondernomen om de Noordelijke grens stevig te bezetten.

Deze expeditie, welke als doel had naar den Bahr el Gazal en den Nijl op te rukken, slaagde erin de inlandsche opperhoofden van Djabir, Rafaï, Sassa en Niangara te overreden het gezag van den Staat te erkennen. De Mahdisten werden verslagen in 1894 te Doengoe. De Nijl werd bereikt te Wadelaï en posten gesticht te Dufile, Lado en Redjaf. Monheim Serge Djaghilew Danser van het Russisch ballet, scheidde zich met Karsawina en Nijinskij af en vormde een nieuw Russisch ballet te Parijs (1907), waar hij met Leon Bakst als balletdecorateur balletten ontwierp, o.a. een op Debussy’s: Après-midi d’un Faune (1918). Terlingen-Lücker Djagoeng In Indië gebruikelijk woord voor maïs.

< >