Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 15-08-2019

Jäger (pers.)

betekenis & definitie

1° →Jaeger.

2° Gustav, Duitsch zoöloog. *23 Juni 1832 te Bürg (Wurtt.), ✝13 Mei 1917 te Stuttgart. Studeerde te Tübingen en Weenen medicijnen; 1867 professor in de zoölogie aan de academie te Hohenheim en in 1870 aan de veeartsenijschool te Stuttgart. Heeft vooral op hygiënisch en physiologisch gebied belangrijk werk gepresteerd [zie →Jäger (stof)].

Werken: Die Darwinsche Theorie und ihre Stellung zu Moral und Religion (Stuttgart 1868); Lehrb. der Allg. Zoologie (2 dln. Leipzig 1871-’77); Die menschl. Arbeitskraft (München 1878); Handwörterb. der Zoologie, Anthropologie und Ethnologie (1883); Entdeckung der Seele (2 dln. Leipzig 31885); Stoffwirkung in Lebewesen (1891). Willems

< >