Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 15-08-2019

Instinct

betekenis & definitie

Instinct is het vermogen, krachtens hetwelk de dieren vaak zeer gecompliceerde, doelmatige handelingen (bijv. het bouwen van hun nest, het zorgen voor hun nakomelingschap, het vangen van hun buit) feilloos verrichten, zonder eenige oefening. Omtrent de verklaring van het i. heerscht onder de psychologen groote verdeeldheid.

Sommige (Bohn, Verlaine) ontkennen het bestaan ervan; andere (Pryer, Wundt, Ribot) zien er een gewoonte in, die in vroegere geslachten bewust en individueel werd aangeleerd en thans erfelijk is geworden; weer andere (Lloyd Morgan, Forel, Ziegler) beschouwen het als een zeer gecompliceerde reflexhandeling. Al deze opvattingen zijn onhoudbaar en in strijd met de feiten.

Volgens den juisten uitleg (Wasmann, Kafka, Buytendijk) is het een met de natuur gegeven en dus erfelijk kenen streefvermogen (vis aestimativa). Het gaat niet boven het niveau van het zinnelijk leven uit, heeft dus geen inzicht in de betrekking tusschen de te verrichten handeling en het doel, wel echter wordt het geheele complex als aangenaam, lustgevend gevoeld en nagestreefd.

Ieder i. is een primaire eenheid, in zich bevattend voorstellingen, affecten, bewegingsbeelden enz. in latenten toestand. Door in- of uitwendige prikkels wordt deze geactueerd en ze drijft het dier aan in een bepaalde richting, op een typische wijze te handelen.

Daar het i. de psychische grondslag van de instinctieve handeling is en niet de handeling zelf, kan deze door de ervaring beïnvloed worden.Lit.: Studiën (CXXI 1935, 183); Buytendijk, Psychologie der dieren (21932). Hüffer