naam van het groote watergebied, dat van de Zuiderzee niet drooggelegd wordt. De naam kwam snel in zwang na de totstandkoming van den afsluitdijk, geldt nu evenwel voor een veel grooter gebied; eerst als de drie nog in te polderen deelen ook drooggelegd zijn, zal het zijn definitieven vorm hebben gekregen.
De opp. van dit meer is gedacht op ruim 110.000 ha (zeker is dit getal niet, aangezien alle plannen nog niet definitief zijn). Het IJ. is noodig ter wille van de afwatering en de scheepvaart.
Het zal, behalve het water van de nieuwe polders, ook dat ontvangen, wat vroeger door IJsel en door polders (met name Overijselsche, Geldersche en Utrechtsche) op de voormalige Zuiderzee gebracht werd. Het meer is ruimer ontworpen dan strikt noodig is, 1° om in tijden, dat loozing bij den afsluitdijk belemmerd wordt, te voorkomen dat het meer een overstroomingsgevaar voor de omringende polders zou worden en 2° om te voorkomen, dat door slibbezinking (de IJsel voert jaarlijks een hoeveelheid aan, die te schatten is op een aanwas van ong. 10 ha) het al spoedig te klein zou worden.
Nu dreigt de eerste eeuwen dat gevaar niet. Het peil is gedacht op —0,40 m N.A.P. (d.i. lager dan de gemiddelde dagelijksche laagwaterstand in open zee); voorloopig is het, om militaire redenen, vastgesteld op —0,13 m N.A.P.Het IJ. loost door schut- en spuisluizen in den afsluitdijk (bij den Oever en bij Kornwerderzand) en op de Waddenzee. Bij den Oever zijn een 15-tal spuisluizen, elk 12 m breed en bij Kornwerderzande een 10-tal, eveneens elk 12 m breed. Het water zal zoet worden; momenteel is het zoutgehalte reeds gedaald tot op 1/5 van het oorspronkelijke. Als groot voordeel zal dit meebrengen, dat de polders, die op het IJ. loozen, ’s zomers bij watergebrek zoet water kunnen inlaten, wat bij de voormalige Zuiderzee natuurlijk niet mogelijk was. Toen kwam soms brak water naar binnen. Een en ander bracht groote nadeelen, als belemmering van de binnenscheepvaart, misgewas, veeziekten enz.
Men hoopt nu, dat deze ongemakken tot het verleden zullen behooren. Misschien kan dit groote waterreservoir ook beteekenis krijgen voor de drinkwatervoorziening. Daarnaast worden de scheepvaartverbindingen veiliger (hoewel de stormen op het huidige IJ. weinig minder gevaarlijk dan vroeger blijken), wat ook het watertoerisme zal bevorderen. Het gevaar van dichtvriezen en daardoor verkeersstagnatie zal grooter worden. Ten slotte kan men eenige zoetwatervisscherij op het IJ. verwachten. van der Meer.