Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 08-01-2020

H. J. M. Wiegersma

betekenis & definitie

Kunstschilder. * 7 October 1891 te Lith. Studeerde medicijnen te Utrecht en is geneesheer met een faam te Deurne, tevens collectionneur van al wat mooi en vreemd is.

W. is in 1925 begonnen te schilderen en maakte al spoedig naam door zijn verrassende resultaten. Hij schilderde het Brabantsche landschap en den mensch daarin, breed, romantisch, pathetisch soms, in meest donkere, zatte kleuren.

Invloeden van de Spanjaarden en Permeke, toch een persoonlijke stijl. Bekend zijn: de Drinker, het Document, de Bergprediking, de Judaskus.

Veel zelfportretten en naakten. Hij teekende veel, met geraffineerde lijn.

Gaf in zeer beperkte oplage uit: De Prediker, Liefdezangen, Het Hooglied, De Apocalyps, met teekeningen van hem zelf. Illustreerde veel in De Gemeenschap en eenige romans van Antoon Coolen.

Verder een werkje over zijn unieke collectie → breischeiën. De felle en opstandige persoonlijkheid van W. is een apart verschijnsel in de moderne beeldende kunst.Lit.: Alb. Plasschaert, W.; Engelman (in: Torso en De Gemeenschap;. Engelman.