Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 22-07-2019

Grieg

betekenis & definitie

Grieg - Edvard Hagerup, Noorsch componist; * 15 Juni 1843 te Bergen (Noorwegen), ✝ 4 Sept. 1907 aldaar. Ging in 1858 aan het conservatorium te Leipzig studeeren, dan te Kopenhagen bij Gade en ten slotte bij R.

Nordraak, die hem voor het Noorsche volkslied interesseerde. G. geldt nog altijd als de sterkste vertegenwoordiger van het muzikale Skandinavië.

In zijn stijl is een folkloristische melodiek met een gedifferentieerde en veelszins „moderne” harmoniek versmolten; naast salonachtige elementen komen reeds impressionistische eigenschappen bij hem voor. Beroemd werden 10 bundels Lyrische Stücke voor piano, het pianoconcert, de ballade in g, verder voor orkest de Noorsche Dansen en vooral de suiten uit de tooneelmuziek bij Ibsen’s Peer Gynt.

Van zijn kamermuziek worden het strijkkwartet, de cellosonate en de drie vioolsonates het meest gespeeld.Lit.: Rich. H. Stein, G. (1921); P. de Stoecklin, E. G. (Parijs 1926); J. Röntgen, E. G. (1930); Y. Rockset, G. (Parijs 1932). Reeser.

< >