Grassmann - Hermann, Duitsch philoloog en wiskundige; * 1809 te Stettin, ✝ 1877 aldaar. G. was leeraar aan een middelbare school en wisk. autodidact.
Door het werk, dat hij als autodidact op wisk. gebied verrichtte, heeft hij na zijn dood sterken invloed op de ontwikkeling der wiskunde uitgeoefend. Zijn Ausdehnungslehre (Leipzig 1844; Berlijn 1862) bevat de grondslagen van meerdimensionale meetkunde, vector- en tensorrekening.Uitg. : Ges. math. und phys. Werke (3 dln. Leipzig 1894-1911). Dijksterhuis.
G. was ook een verdienstelijk beoefenaar van de Oostersche letterkunde en de phonetiek. Op dit gebied spreekt men van de Wet van Grassmann, die het Grieksch en het Indisch betreft en luidt als volgt:
Wanneer twee opeenvolgende syllaben met een aspirata beginnen, verliest de eerste haar aspiratie, met het gevolg dat in het Grieksch een eenvoudige stemlooze (p, t, k), in het Indisch een eenvoudige stemhebbende (b, d, g) ontstaat. Zoo is Gr. pâkhus, elleboog, met Oud-Ind. bâhus, arm, gelijk te stellen, daar beide op Idg. *bhâghus teruggaan, niettegenstaande het feit dat normaal de Gr. p niet aan een Ind. b kan beantwoorden. Mansion.