Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 22-07-2019

Goering

betekenis & definitie

Goering, - Hermann, Duitsch staatsman; * 1893 te Rosenheim (Beieren). Zijn vader was door Bismarck tot gouverneur van Z.W.

Afrika benoemd. Onderluit. in 1912, verwond aan het W. front in 1914; in 1915 nam hij dienst in het luchtleger, waar hij zich door behendigheid en moed onderscheidde.

Na den Wereldoorlog keerde hij verarmd naar Rosenheim terug, en nam daarna dienst bij een Zweedsche luchtvaartmaatschappij. Huwde in Zweden met de verpleegster Karin von Fock, die hem overhaalde zich bij het nationaal-socialisme aan te sluiten.

Na in 1922 kennis gemaakt te hebben met Hitler, nam hij deel aan den Kapp-putsch, waarna hij zich gedurende vier jaar in Italië vestigde. In 1928 werd hij nat.-soc. rijksdagafgevaardigde, en achtereenvolgens generaal, eerste minister van Pruisen, rijksdagpresident, min. van Luchtvaart, min. van Binnenl.

Zaken van Pruisen, president van den Staatsraad; huwde in April 1935 met de tooneelspeelster Sonneman. Cosemans.

< >