Glacéleer. - Voor glacéleer worden voornamelijk lams- en geitevellen gebruikt. De bereiding vereischt veel zorg, omdat aan glacéleer zware eischen worden gesteld (soepelheid, rekbaarheid, duurzaamheid enz.).
In de glacélooierij worden de vellen in een mengsel of oplossing van aluin, beukenhout, eierdooier en meel gedurende ca. een uur in draaiende trommels rondgedraaid, daarna in een verwarmde, goed geventileerde ruimte gedroogd. Vervolgens blijven ze weer eenigen tijd op een koele plaats liggen, waardoor een soort nalooiing plaats heeft.
Daarna volgt de verdere afwerking. Glacéleer is niet bestand tegen water. Lit.: J.
F. v. Oss, Warenkennis en technologie (II).J. Rutten.