Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 04-07-2019

Geest. Heilige Geest

betekenis & definitie

Geest. Heilige Geest, - derde persoon der H. Drieëenheid, voortkomend uit de wederzijdsche liefde van den Vader en het Woord, wat ook de naam (Gr. pneuma = adem) te kennen geeft.

De H. G. komt voort van den Vader en den Zoon door liefde-ademing(spiratio amoris) niet door geboorte zooals de Zoon.

Aan den H. G. wordt de ➝ rechtvaardigmaking toegeschreven.

Het weerstaan aan de genade is een ➝ zonde tegen den H. Geest.Dogma-geschiedenis. Het Monarchianisme ontkende de godheid van den H. G.; Sabellius erkende zelfs Zijn persoonlijkheid niet meer, maar maakte Hem tot een verschijningsvorm (Gr. prosoopon) van den Vader. ➝ Patripassianisme; Modalistisch ➝ Monarchianisme. In de 2e en 3e eeuw werd deze leer eenige malen veroordeeld. Uit de ontkenning van de godheid van het Woord door Arius vloeide vanzelf voort de ontkenning der godheid van den H. Geest.

Deze dwaling werd ca. 358 bestreden door den H. Athanasius. Macedonius noemde den Zoon gelijk aan den Vader, maar leerde, dat de H. G. een schepsel is en een dienende plaats bezit. Door het concilie van Alexandrië (362-363) verworpen. Paus Damasus en het concilie van Rome (380) bevestigden, dat de H.

G. niet door den Zoon gemaakt is, maar uit de zelfstandigheid van den Vader voortkomt, waarlijk God is en alle goddelijke eigenschappen bezit (Denz. 68 vlg.). Het conc. van Konstantinopel (381) heeft in het symbolum (Nicaen.-Constant.) opgenomen: „(Ik geloof) in den G., den Heer en Levenwekker, Die uit den Vader voortkomt, Die met den Vader en den Zoon aanbeden en verheerlijkt moet worden, Die door de H.H. profeten gesproken heeft” (Denz. 86). Later werd, vooral door de Grieken, geleerd, dat de H. G. uit den Vader alleen voortkomt (➝ Filioque). Nadere definities zijn gegeven door het 4e conc. van Lateranen (1215) en van Florence (1439).

Lit.: ➝ Drieëenheid. L. Cornelissen.

De H. Geest wordt in de kunst niet in menschelijke gestalte afgebeeld, behalve in de ➝ Drieëenheidsvoorstelling, daar dit door paus Benedictus XIV uitdrukkelijk verboden is. Symbolisch wordt de H. Geest weergegeven door de duif, omgeven door een kruisnimbus zooals bij de Blijde Boodschap, den Doop van Chr. en de Drieënheid. Ook het Pinkstersymbool: de vurige tongen, brengt men dikwijls in verband met de duif, van welke de tongen uitgaan.

Lit.: Das Taubensymbol des H. Geistes, in : Zur Kunstgeschichte des Auslandes (Heft 18, Straatsburg 1904).

Terlingen-Lücker.

< >