Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 03-07-2019

Foucault

betekenis & definitie

Foucault - Jean Bernard Léon, Fransch physicus; * 1819 te Parijs, ✝ 1868 aldaar. Reeds jong toonde hij belangstelling voor de natuur- en scheikunde.

In 1845 werd hij wetenschappelijk redacteur van het Journal des Débats, in 1855 physicus aan de Parijsche sterrenwacht. Van 1851 dateert zijn bekende slingerproef (zie onder), in 1854 mat hij naar aanwijzingen van Arago het verschil van de lichtsnelheid in lucht en water, waardoor de golftheorie zegevierde.

Naar hem zijn genoemd de in geleiders optredende electrische wervelstroomen (zie onder).Lit. : Lissajous, Notice hist. sur la vie et les travaux de F. (Parijs 1875).

J. v. Santen. Slingerproef van Foucault een der meest bekende bewijzen voor de draaiing der aarde om haar as. Deze proef werd voor het eerst uitgevoerd door Foucault in 1851, in het Panthéon te Parijs. Een lange slinger, voorzien van een zwaar gewicht, werd boven in de nok van het gebouw opgehangen. Het bleek, dat het vlak, waarin de slinger zich bewoog, langzaam draaide ten opzichte van de omgeving. Men kan dit het gemakkelijkst verklaren door zich een slinger voor te stellen, geplaatst op de Noordpool. Het vlak, waarin de slinger zich beweegt, wordt bepaald door de oorspronkelijk gegeven uitwijking (PB) en de richting van de zwaartekracht (PA). Aangezien beide richtingen vast zijn, blijft het slingervlak onveranderlijk van stand. De aarde echter draait onder dit vlak door en een aardbewoner ziet dus het vlak van stand veranderen ten opzichte van de omgeving. Op een andere plaats op aarde gebeurt iets dergelijks, maar met des te geringere snelheid, naarmate men den aequator dichter nadert (evenredig met den sinus van de breedte van de plaats van waarneming). Aan den aequator zelf treedt het effect niet op. Voor nadere beschrijving van de instrumenten, waarmede de slingerproef vervolmaakt is, Gyroscoop.

G. Mulders. Foucaultstroomen zijn electr. wervelstroomen, welke in electrisch geleidende stoffen (in sterkere mate in uitgebreide stukken, bijv. metalen platen) ontstaan door een veranderende magnetische inductie (deze verandering kan ontstaan door veranderlijke electr. stroomen in de buurt of door beweging van magneten). Deze electr. stroomen verwarmen het materiaal (bijv. een transformator of een dynamo), zoodat energie verloren gaat. Men tracht daarom de F. zooveel mogelijk te beperken door materiaal met grooten electrischen weerstand te kiezen en dit materiaal uit geïsoleerde laagjes op te bouwen (lamelleeren). De F. zijn steeds zoodanig, dat ze de oorzaak der F. steeds tegenwerken (Wet van ➝ Lenz). Te zamen met de hystereseverliezen vormen de F. de ijzerverliezen.

Elenbaas.