Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 22-07-2019

Fooi

betekenis & definitie

Fooi - (Ned. Verbintenissenrecht), gift, wegens werkelijk of verondersteld dienstbetoon overhandigd aan een persoon, die niet tot den gever in rechtsbetrekking staat en die, veelal als ondergeschikte van een derde met wien de gever eenige betrekking heeft, met dezen in aanraking komt (krantbezorger, dienstbode der gastvrouw, kellner, chauffeur, conciërge, griffieklerk); in oneigenlijken zin ook hetgeen men voor een overeengekomen dienst boven het verschuldigde uitlegt, bijv. aan dienstman of aan eigen bedienden; evenals dit laatste kan de belooning voor werkelijke diensten naar omstandigheden gelden als voldoening aan → natuurlijke verbintenis, soms zelfs als nakoming eener overeenkomst, wanneer bijv. de dienst was opgedragen en naar verkeerspractijk een belooning mocht worden verwacht.

In de Ned. rechtspraak zijn ook de godspenning en de voorjaarsfooi aan eigen personeel als schenking aangemerkt.Lit.: R. von Jhering, Das Trinkgeld (1882). Petit Belg. Recht. Het geven van een fooi, in België gewoonlijk drinkgeld genaamd, is meestal slechts moreel verplichtend. In de groote koffiehuizen en spijshuizen kan het uitkeeren van een bepaald drinkgeld aan de kellners somtijds als uitvoering van een verbintenis beschouwd worden, met name wanneer het onder vorm van een gebruikelijk percent bij de rekening wordt gevoegd. Hetzelfde geldt, wanneer, ten voordeele van de voerders van huurauto’s het drinkgeld bepaald wordt door het vervoertarief.

Het drinkgeld, dat bij zekere gelegenheden, bijv. met Nieuwjaar, door de meesters aan hun eigen personeel gegeven wordt, is een gift. Anders is het met het drinkgeld, dat het salaris vervangt, voor boodschappen, enz. die volgens het gebruik aldus beloond worden.

Lit.: Frankrijk: Planiol-Ripert, Droit civ. (V 1933, nr. 317, blz. 333; XI 1932, nr. 816, blz. 55); Voirin, Etude juridique du pourboire Rev. trimestr. de Droit civ. (1923, 307). Kluyskens