1° Giles (de Oudere), Eng. dichter en rechtsgeleerde; * ca. 1549, ✝ 1611. Van zijn vsch. werken in Lat. en Eng. is alleen zijn bundel gedichten Licia (1593) bekend gebleven.
Zoons: Phineas en Giles de Jongere. (Zie 2° en 5°.) Pompen2° Giles (de Jongere), Eng. dichter; * ca. 1588, ✝ 1623, zoon van G. F. den Ouderen en jongere broer van Ph. F., Anglic. geestelijke. Schreef in 1610 het leven van Christus in een uitvoerig gedicht: Christ’s Victorie and Triumph in Heaven and Earth over and after Death, waarin hij zich een waardig erfgenaam toont van Spenser en Du Bartas door zijn verbinding van weelderige Renaissancevormen met Prot. vroomheid. Pompen 3° John, Eng. tooneeldichter, de medewerker van Fr. Beaumont; * 1579, ✝ 1625. Zoon van een Anglic. geestelijke, die bisschop van Londen werd, een neef van Giles en Phineas F.
Het vruchtbare bondgenootschap met zijn vriend begon omstreeks 1607, toen zij samen in Londen woonden en duurde tot den dood van Beaumont in 1616. Samen waren zij de waardigste tijdgenooten van Shakespeare. Samen hebben zij zeker zeven tooneelspelen geschreven, waaronder Philaster het meest Shakespeareaansch is (ca. 1610). Andere tooneelstukken uit hun verzameling zijn ofwel van → Beaumont, ofwel van F. alleen, en hieronder behoort het zuiverste van alle herdersspelen: The Faithful Shepherdess (1609). F. heeft met niemand minder dan Shakespeare zelf meegewerkt in The Two Noble Kinsmen en Henry VIII (ca. 1613). Na den dood van Beaumont heeft F. samengewerkt met Massinger, met Rowley e.a.
Vele stukken staan op naam van Beaumont en F. zonder dat het auteurschap vaststaat. Een der historisch merkwaardigste is het drama Sir John van Oldenbarnavelt (gespeeld in 1619) ter verheerlijking van den Prins van Oranje (verboden door den bisschop van Londen).
Tekstuitg. der werken van Beaumont en F. in 1647, 1679, 1711, enz. De nieuwste zijn van A. Glover en A. R. Waller (10 dln. 1905—’12) en van A. H.
Bullen (12 dln. 1905—’25). Het spel over Oldenbarnevelt in A. H. Bullen, Old Énglish Plays (1883).
Lit.: Over aandeel van F. e.a., vooral: E. H. C. Oliphant, The Plays of B. and F. (1927). Pompen 4° John Gould, Amer. dichter; * 1886 te Little Rock (Arkansas), stud. o.a. aan de Harvard Univ., woont sinds 1916 in Engeland. Was een der voornaamste → Imagisten en tracht in zijn woordenrijke, soms brillante gedichten het moderne leven weer te geven in klassieke preciesheid; zijn werk is echter vaak te weloverwogen en te artificieel om diep te ontroeren.
Voorn. werken: Goblins and Pagodas (1916); The Tree of Life (1918); Breakers and Granite (1921); The Black Rock (1928). J. Panhuijsen 5° Phineas, Eng. dichter, oudste zoon van Giles F. den Ouderen; * 1582, ✝ 1650. Anglic. geestelijke. Zijn voornaamste dichtbundel verscheen in 1633: The Purple Island of the Isle of Man, together with Piscatorie Eclogs and other Poeticall Miscellanies. Wat in den titel vooropstaat is een allegorisch gedicht in 12 zangen over het menschelijk lichaam, over deugden en ondeugden. Zijn modellen waren Spenser en Du Bartas, maar hij heeft beter de vroomheid van den tweede dan de poëzie van den eerste bewaard. Zijn vergezochte en gekunstelde toepassingen zijn heden onleesbaar. Pompen