Esser - 1° Isaac, Ned. letterkundige onder schuilnaam Soera Rana, vader van Maurits E.; * 1845 te Buitenzorg, ✝ 1920 te Zeist; verwierf bekendheid door zijn teeder-Christelijke, op Tennyson geïnspireerde poëzie. Hij was achtereenvolgens redacteur aan De Standaard (I 873—1874) en aan de Oprechte Haarlemsche Courant (1874—1911) en vertaalde verscheidene dichtwerken van Tennyson.
Voorn. werken: Gedichten (1868); Nieuwe Gedichten (1870); Licht en schaduw (1874); Mozaïek 1876); Verzamelde gedichten (1906), Vallende loovers 1915).
2° Maurits, Ned. letterkundige onder schuilnaam Gerard van Eckeren, zoon van Isaac E.; * 1876 te Haarlem; sloot zich aan bij de naturalistische school van romanschrijvers, redigeert Den Gulden Winckel, waarin hij ook critieken publiceert.
Werken: Ontwijding (1900); Donkere machten (1901): Studies (1902 ; in 1919 herdrukt onder den titel Menschen en Machten) De Stem die verklonk (1902); Ida Westerman (1908); Guillepon Frères (1910); Annie Hada (1911); Om een leuze (1911): De Van Beemsters (1916); De late dorst (1921); De wrok van het bloed; De oogen in den spiegel (1934). Asselbergs