Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 05-06-2019

Eerstelingen

betekenis & definitie

1° In de geologie verstaat men onder e. of fenokristen kristallen in een stollingsgesteente, die gevormd zijn onder andere chemische en physische omstandigheden dan de omringende grondmassa. E. treden dus op, als de langzame afkoeling van het magma in de diepte plotseling versneld wordt, doordat het magma omhoog komt.

Dit is het geval bij ganggesteenten en vooral bij uitvloeiingsgesteenten (lava’s). Dan kan het voorkomen, dat bij de uitbarsting in het fijn verdeelde eruptiemateriaal de e. als afzonderlijke kristallen voorkomen.

Bekend zijn bijv. de leucietkristallen in de asch van den Vesuvius, die eveneens in de Vesuviuslava duidelijk met het bloote oog te herkennen zijn. De structuur van een dergelijk gesteente heet porfierisch.Indien de vorming van het betreffende mineraal zich onder de veranderde omstandigheden voortzet, zijn de dan gevormde kristalindividuen kleiner, men treft het mineraal in twee generaties aan, als eersteling en in de grondmassa, bijv. veldspaat in porfier. Andere mineralen zouden bij de langzame afkoeling ten slotte weer geheel geresorbeerd zijn; de soms reeds sterk aangevreten e. van een dergelijk mineraal worden dan bij de snellere afkoeling als geconserveerd; het ontbreekt echter in de grondmassa: olivijn in bazalten. Jong.



2° Naam voor een zeer vroege aardappelvariëteit, vroeger bekend als Schotsche muis of Midlothian Early.
3° Eerstelingen (Hebr.: bikkoerim, of teroemah) van toebereide vruchten. Volgens de Wet waren de Joden verplicht elk jaar de eerste vruchten van hun oogst aan Jahwe te offeren (Ex. 23.19, Deut. 26.1-11). Het moesten de beste vruchten zijn. In Deut. 8.8 wordt aangegeven van welk soort. De hoeveelheid was niet in de Wet voorgeschreven. In later tijd werden deze vruchten opgedragen in den Tempel van Jerusalem. Dit ging met eenige plechtigheid gepaard en geschiedde niet vóór het Pinksterfeest en niet na het feest der Tempelwijding. De eerstelingen werden gegeven aan de priesters. Deze offerande der veldvruchten was een handeling, waardoor Gods souvereiniteit over volk en land werd erkend. Tegelijkertijd was het een afsmeeken van Gods zegen voor de toekomst. In oneigenlijken zin wordt ook Israël zelf de eerstelingen van Jahwe genoemd (Jer. 2.3). S. Paulus noemt Christus de „primitiae dormientium”, de eersteling der gestorvenen, doelend op de verrijzenis (1 Cor. 16.20 en 23. Vgl. ook Rom. 8.23 en 1 Cor. 16.15). Vgl. ➝ Eerstgeborene.

Smits.