(experim. psychologie) is een vorm van geestelijke afwijking, waarin het verschijnsel van subjectieven → dwang op den voorgrond treedt. Voorts kenmerkt deze afwijking zich nog door twijfelzucht en verschillende angstvoorstellingen, welke aan bepaalde situaties of voorwerpen gebonden zijn (→ Phobie). Carp Dwangopvoeding (Ned. en België).
1° Strafrechtelijk verstaat men hieronder den maatregel, door den rechter toe te passen t.a.v. een wegens misdrijf (en een enkele overtreding) terecht staand kind beneden 18 jaar, waarbij de schuldige wordt gesteld ter beschikking der regeering zonder toepassing van eenige straf, opdat van regeeringswege in de opvoeding verder worde voorzien. Zulk een kind wordt daarna „regeeringskind” genoemd.
De maatregel komt in aanmerking, wanneer het karakter van het kind, de omstandigheid van milieu en gezin van dien aard zijn, dat een bepaalde strafmaatregel onvoldoende moet worden geacht om het terecht te brengen en verantwoordelijkheidsbesef te wekken, doch dat langdurige en stelselmatige opvoeding gewenscht is. Duurt maximaal tot den 21-jarigen leeftijd. De bevoegde ambtenaar van het O.M. adviseert den minister van Justitie over de verdere voorziening in de opvoeding. De minister beslist: in de eerste plaats wordt gezocht naar verzorging door particulieren met riikssubsidie. Die geschiedt door toevertrouwing van het kind aan een particuliere instelling, die beoogt duurzame verzorging van minderjarigen in en buiten gestichten. Van Kath. zijde bestaan zeer vele vereenigingen, als Liefdewerk voor Kinderbescherming of soortgelijke namen, meestal opgericht op initiatief van of door de St.
Vincentiusvereenigingen. Wordt geen particuliere instelling bereid gevonden een bepaalden regeeringspupil te nemen, dan beschikt het Rijk over de Rijksopvoedingsgestichten (voor meisjes: Zeist, voor jongens: Amersfoort en Doetinchem, d.i. de Kruisberg).
Voorwaardelijk ontslag uit de regeeringszorg is mogelijk. Dan wordt daarna toezicht gehouden meestal door patronaatsvereenigingen. Voorwaardelijke terbeschikkingstelling van de regeering is mogelijk met bepaling van proeftijd; analoog aan voorwaardelijke gevangenisstraf of voorw. plaatsing in een tuchtschool.
Voor België, → Kinderrechter.
2° Civielrechtelijk. Soms wordt onder dwangopvoeding ook verstaan de opvoeding van kinderen, wier ouders zijn ontzet of ontheven uit de ouderlijke macht, waarna de voogdij wordt opgedragen aan een vereeniging, stichting of instelling, wier statuten, reglementen of stichtingsbrieven duurzame verzorging van minderjarigen voorschrijven. Deze kinderen heeten dan voogdijkinderen.
Vgl. Burg. Wetboek (art. 374a vlg., 421 vlg.); W. v. Strafr. (art. 39 vlg.); Wet van 12 Febr. 1901 (Stbl. nr. 64; Beginselenwet); Alg. Maatregel van Bestuur 15 Juni 1905 (Stbl. 209).
Voor België, Kinderbescherming.
Lit : J. A. van Hamel, Handleiding bij de Practijk der Kinderwetten (herzien door Nijland, 41924); H. de Bie, Kinderrecht (2 dln. 1927—’28); Ned. Bond tot Kinderbescherming. De eerste kwarteeuw der Kinderwetten (1905—’30); J. H. F.
Kohlbrugge, Practische Sociologie (1925—’26; II de zorg voor het normale kind; III de zorg voor het abnormale kind); J. Everts, Gids voor Maatschappelijk Hulpbetoon in Nederland (1933). B. Smeets Dwangschrift Executoriale titel tot invordering van → registratierecht, → successierecht en → zegelrecht. Vgl. Dwangbevel.