Overblijfsel der oude wijdingen der eerstelingen van veldvruchten; in de 6e eeuw beperkt tot druiven en tarwe (Rome: boonen). Zij had plaats tegen het einde der Mis, vóór het Per quem haec omnia . . .; in Rome en over het geheel ook in het verdere Westen, op 6 Augustus (S.
Sixtus); in het Oosten op andere dagen. De d. raakte sinds de 16e eeuw in onbruik, doch bleef hier en daar voortbestaan.Lit.: Franz, Die kirchl. Benediktionen im Mittelalter (Freiburg). Louwerse Druk De kracht, werkende op een oppervlak, hetzij loodrecht daarop (normaal) of in de richting van het vlak (tangentiaal).
1° In de waterbouwkunde verstaat men onder d. de belasting van een materiaal of constructie door samendrukking; ook de kracht, uitgeoefend door een vloeistof of door den grond. Zie o.m. → Beschoeiing; → Damwand. P. Bongaerts
2° Voor druk van de atmospheer, → Luchtdruk.
3° Voor inwendigen druk (natuurk.), → Toestandsvergelijking.
4° Voor boekdruk etc., → Boek (en de samenstellingen daarmee) en → Pers.