(Jynx torquilla), een vogel, behoorend tot de orde der klimvogels en de familie der spechten. Lengte 18 cm met een staart van 6 cm.
Van boven is de d. bruingrijs met donkerder vlekjes en een zwartbruine streep over den rug; de bovenborst is geelachtig grijs, de buik eveneens, maar met donkere golvende dwarsstreepjes; de staart is grijs met vijf donkerbruine zigzagbanden. Zijn kleuren doen hem gemakkelijk schuil gaan tusschen de boomen.
Evenals de specht heeft hij twee teenen naar voren en twee naar achteren staan. De naam is ontleend aan de eigenaardige draaiingen, die hij met kop en nek maken kan.
Het voedsel bestaat uit insecten (vnl. mieren). De d. is een trekvogel en komt voor in Europa en Azië in boschrijke streken, ook in Nederland, waar hij ontbreekt in de duinen.Bernink.