Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 05-06-2019

Dokterstaal

betekenis & definitie

is vooral gekenmerkt door veelvuldig gebruik van wetenschappelijke termen, meestal gevormd uit Grieksche en Latijnsche elementen. Om de internationale bruikbaarheid der wetenschappelijke werken te bevorderen en, soms noodlottige, vergissingen in rapporten enz. te voorkomen, wordt hier krachtig gestreefd naar een vaste internationale terminologie.

Ook in Nederland bezit het Ned. Tijdschrift voor geneeskunde een commissie voor de medische vaktaal.Dat de artsen hun vaktaal in de practijk geregeld gebruiken, wordt bevorderd door hun begrijpelijk streven om voor niet-ingewijden onverstaanbaar te zijn. Dit uit zich in recepten, doch meer nog waar over een patiënt in diens bijzijn gesproken wordt. Zoo is de benaming t.b.c. voor tering in de dokterstaal opgekomen. Thans, nu haast iedereen weet, wat daarmee bedoeld wordt, gebruikt de arts weer andere namen voor deze ziekte, bijv. T.b. of Koch. Geraken ook deze namen te zeer bekend, dan eischt de d. weer nieuwe benamingen.

Zoo is het ook gegaan met woorden als syphilis en hysterie; oorspronkelijk alleen dokterswoorden, raken ze daar thans meer in onbruik, naarmate het volk er de beteekenis van leert kennen. Een arts gaat derhalve spreken van lues of specifieke infectie in het eene, van Ha-ypsilon in het andere geval. Het practisch verkorte ziekenhuiswoord „tempen” voor „geregeld de temperatuur opnemen” bewijst, dat de d. ook in andere opzichten een eigen woordenschat kan bezitten. De invloed der d. op de algemeene taal is uit deze voorbeelden al gebleken.

Lit. : Ned. Tdschr. voor Geneesk. (jrg. 64 I, blz. 1920 vlg.); Pinkhof, Wbk. van uitheemsche geneesk. termen (1923). In het voorbericht zijn meerdere Ned. en buitenl. woordenboeken der d. genoemd. Tevens bevat het een verhandeling van Kluyver over afleiding er geneesk. termen. W. Janssen.