Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 05-06-2019

Dipteris

betekenis & definitie

(< Gr. dis = dubbel, pteris = varen), dubbelvaren van de familie der Polypodiaceeën, komt met vier soorten in Z.O. Azië voor.

Op bepaalde hoogte in de gebergten vormen zij het voornaamste ondergewas in de bosschen. Bouman Dipterix (Coumarouna), een plantengeslacht van de familie der peulgewassen (Leguminosae); komt met 8 soorten in het Amazone-gebied van tropisch Amerika voor. D. odorata uit Noord-Brazilië, Venezuela en Suriname levert de Hollandsche tonkaboonen, D. oppositifolia de Engelsche tonkaboonen.

Het zijn mooie, hooge boomen met welriekend, hard en waardevol hout. De tonkaboonen dienen voor het parfumeeren van snuiftabak enz. en hebben een bitteren smaak. Bouman Dipterocarpaceac Een plantenfamilie, die 17 geslachten en 300 soorten telt, meerendeels boomsoorten.

Zestien geslachten bewonen Zuid-Azië, vooral Achter-Indië. Het geslacht Monotes is Afrikaansch en bewoont aldaar de tropische streken met 13 boom- of struikvormige soorten.

In den Maleischen Archipel treft men 7 geslachten met 150 soorten aan, op Borneo alleen reeds 80 soorten. De voornaamste geslachten zijn Dipterocarpus met 65 soorten, Shorea met 87, Hopea met 46 en Vateria met 44.

Vele soorten verschaffen goed hout, hars, balsem, kamfer, eetbare zaden en zaadolie. Bouman Dipterocarpus Een boomengeslacht van de familie der Dipterocarpaceae, dat van Voor-Indië tot de Filippijnen wordt aangetroffen. De voornaamste soort is D. turbinatus, een 60 meter hooge en 2 meter dikke boom, waaruit de bevolking zijn kano’s maakt.

De stam levert balsem, die naar Europa wordt verhandeld als houtolie (een mengsel van aetherische olie en hars), waar zij dient voor de bereiding van lakken en vernissen.

In Zuid-Azië schrijft men er geneeskracht aan toe (tegen lepra).

D. alatus verschaft ook een dergelijken balsem; D. tuberculatus heeft goed hout, dat echter in vochtig klimaat niet duurzaam gebleken is. Ook van andere soorten wordt dikwijls de zgn. houtolie gewonnen. Bouman Dipteros (Gr., = met twee vleugels), tempel, waarbij de cella omgeven is door een dubbele zuilenrij, waardoor het geheel wel grootscher van indruk is, doch de zuilenbouw te sterk overheerscht.

Bekende voorbeelden zijn het Artemision te Ephese, de Heratempel van Samos en het Didymaeon bij Milete. W. Vermeulen Diptiek1° benaming in liturgischen zin voor de (oorspronkelijk diptiekvormige, → Diptychon) naamlijsten van levenden en overledenen, welke, voorafgegaan en besloten door een vaste formule, meestal door een diaken in de Mis (ook wel bij andere gelegenheden) werden afgelezen ten aanhooren van allen of van den priester alleen, of ook wel slechts op het altaar werden geplaatst. (Onder de overledenen moeten er ook gerekend worden, wier voorspraak men bedoelde in te roepen.) Later vond een en ander een plaats onder de vaste gebeden van den → canon. → Communicantes; → Memento; → Nobis peccatoribus. Louwerse

2° Sedert de op de altaren geplaatste diptieken in de liturgie in onbruik raakten, werden ze door grootere altaarpaneelen vervangen. In de kunst wordt ieder samenklapbaar tweeluik diptiek of diptychon genoemd. Vgl. → Drieluik; Diptychon.

< >