Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 15-08-2019

Decimus Junius Juvenalis

betekenis & definitie

Romeinsch dichter en satiricus. * 60 n. Chr. te Aquino; stokoud gestorven.

Zoon van een vrijgelatene, kwam hij als leeraar (declamator) te Rome, en ergerde er zichzelf en anderen zeer. Deze laatste ergernis bracht hem naar Egypte of Schotland, de eerste bracht hem tot het schrijven van zijn schrikkelijke hekeldichten.

Ongeveer alle klassen van menschen (de dames echter vooral) moesten het (waarschijnlijk eerlijk verdiend) in zijn verzen ontgelden. Veertien dezer satiren hebben wij over.

Ze zijn kras, maar mooi. Slijpen.

< >