Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 25-07-2019

Ergernis

betekenis & definitie

Ergernis - (Lat. scandalum) is een handeling, die uit zich zelf of door de omstandigheden den naaste aanleiding tot zonde geeft. Opzettelijke verleiding tot zonde is e. in den meest strikten zin des woords (scandalum directum).

Aangrijpend is het „wee” door den Zaligmaker uitgesproken tegen den ergernisgever: „Wie ergernis geeft aan een van deze kleinen, die in Mij gelooven, het ware hem beter, dat hem een zware molensteen om den hals werd gehangen en hij in de diepte der zee werd verdronken. Wee de wereld om de ergernis.

Zeker, het kan wel niet anders of er moet ergernis komen; maar wee den mensch, door wien de ergernis komt” (Mt. 18.6—8). De gestrengheid van dit vonnis wijst op de schuld van den ergernisgever: door den naaste tot zonde te brengen, het ergste wat dezen kan overkomen, handelt hij rechtstreeks tegen de deugd der naastenliefde, die de ziel van den evenmensch eerbiedigt en hoogschat.

Daarenboven maakt hij zich nog schuldig aan een zonde tegen de deugd, waartegen de naaste misdoet. Doch ook zonder boos opzet geeft men e. en misdoet men tegen de naastenliefde, door het stellen van een handeling, die uiteraard den naaste tot zonde brengt, bijv. door het geven van een slecht voorbeeld (scandalum indirectum).

De schuld van den ergemisgever zal des te zwaarder zijn naarmate de zonde van den naaste meer bedoeld was, naarmate diens zonde grooter was en men meer daadwerkelijk tot zijn val heeft bijgedragen. Moet men vreezen, dat een handeling, die slechts schijnbaar kwaad is, voor den naaste een aanleiding tot zonde wordt, dan moet men, voor zoover redelijkerwijze mogelijk is, een verklaring geven, die den verkeerden schijn wegneemt.

In oneigenlijken zin spreekt men van e., als de naaste in onze overigens goede handeling aanleiding tot zonde neemt, en wel door eigen onwetendheid of zwakheid: ergernis der kleinen (scandalum pusillorum), of door eigen boosheid : farizeesche ergernis (scandalum pharisaicum). Heeft men een wettige reden om te handelen, zoo behoeft men met dit laatste geen rekening te houden; anders is het een plicht van naastenliefde de e. te vermijden voor zoover dat mogelijk is zonder zelf een naar verhouding ernstig nadeel te ondergaan.

Voor zoover mogelijk moet de gegeven e. weer goed gemaakt worden.Lit.: S. Thomas, Summa theol. (II II q. 43); S. Alfonsus, Theol. Mor. (Lib. II, 43-80).

P. Heymeijer Berg van Ergernis Berg van Ergernis is de bijbelsche benaming (Vuig. 4 Reg. 23.13; Hebr.: berg van verderf) van het Zuidelijk gedeelte van den Olijfberg, aldus genoemd, omdat Salomon daar tempels stichtte voor de valsche góden van zijn vreemde vrouwen (vgl. 3 Reg. 11.7). Thans staat er o.a. een klooster van Fransche Benedictijnen.

Simons