Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 24-04-2019

Cottolengo

betekenis & definitie

Cottolengo - Giuseppe Benedetto, Heilige, apostel der naastenliefde; * 3 Mei 1786 te Brà, (in Piemont), ✝ 30 April 1842 te Chieri. In 1811 werd hij priester gewijd, promoveerde te Turijn in de theologie en werd vervolgens kanunnik.

In 1828 stichtte hij in de kleine bergplaats van de „Volte Rossa” nabij Turijn het „Piccola Casa della divina Provvidenza”, dat al spoedig in de voorstad Valdocco uitgroeide tot een stad van naastenliefde, waar ellende en verlatenheid aan de armen van Christus het recht verleenen om er te worden toegelaten. Het Piccola Casa is onderverdeeld in tallooze liefdadige instellingen. Volgens den uitdrukkelijken wil van den stichter mag de instelling geen kapitaal bezitten en tot op heden worden alle giften onmiddellijk besteed om te voorzien in de dagelijksche behoeften van de 8000 ongelukkigen, die daar verzorgd worden. Terecht heeft men deze instelling den naam gegeven van „levend mirakel”.

Om al die slachtoffers der menschelijke ellende te kunnen helpen, stichtte C. niet minder dan 14 religieuze en caritatieve congregaties, waarvan hier genoemd worden de priesters van de Allerheiligste Drievuldigheid, die belast zijn met de zielzorg der ongelukkigen, verder de Zusters en Broeders van Vincentius, die de zieken verplegen, de Zusters van het H. Hart van Maria en St. Eliana, die in de verschillende hospitalen het huishoudelijk werk verrichten, en de Zusters van het Allerkostbaarst Bloed, die in strenge clausuur en bijna voortdurend stilzwijgen door haar gebed van God de genade afsmeeken, welke de priesters en religieuzen van het Piccola Casa zoozeer noodig hebben. C. wordt genoemd de Italiaansche Vincentius a Paulo. Benedictus XV verklaarde hem zalig in 1917 en 19 Maart 1934 werd hij onder het getal der heiligen opgenomen.

J. v. Rooij.

< >