Cosmas indicopleustes - de Indiëvaarder, schreef midden 6e eeuw een Topographia Christiana. C. was Egyptenaar, bezocht als koopman de kust van Oost-Afrika, Arabië, Ceylon en waarsch. ook Zuidelijk Voor-Indië.
Later leefde hij als monnik of kluizenaar bij Alexandrië. Hij schreef nog een Beschrijving der Aarde en een verklaring van het Hooglied, die echter verloren gingen. In de vier eerste boeken van zijn merkwaardig hoofdwerk bestrijdt hij de meening, dat de aarde een bol is. Volgens hem is het een platte rechthoek; aan de vier zijden rijzen hooge muren, die het hemelgewelf dragen. Boek 5 handelt over inhoud, doel en schrijvers der H. Boeken, boek 6 over de grootte der zon, 7 over den duur der hemelen, 8 over het lied van Ezechias en het terugwijken der zon, 9 over den loop der sterren, 10 biedt een bloemlezing uit de Vaders.
Later zijn op grond van zijn andere werken toegevoegd boek 11 over Indische planten en dieren en over het eiland Ceylon, 12 over profane getuigenissen voor den ouderdom der boeken van Moses en de Profeten. Ofschoon Alexandrijn, volgt hij in de exegese de Antiocheensche richting en was waarschijnlijk Nestoriaan. Zijn taal is de ➝ Koinè. Het meest belangrijke van zijn werk zijn de historische en geographische bijzonderheden.
U i t g.: Migne, Patrol. Graeca (LXXXVIII, 51-470); Winstedt (Cambridge 1909).
Lit.: Bardenhewer, Gesch. d. altkirchl. Lit. (V 1932, 95-99). Over de miniaturen der handschriften : Strygowski, in Byzant. Archiv. (nr. 2, 1899); Stornajola, Le miniature della Topografia Christiana di Cosma Indicopleuste (1910).
Franses.