Ned. pomoloog. * 1822 te Boskoop, ♱ 1887 aldaar. Nam een deel der boomkweekerij van zijn vader en diens handel op Duitschland over (1850). Hij nam proeven met nieuwe snoeiwijzen en boomvormen. Van alle vruchtensoorten in zijn kweekerij maakte hij beschrijvingen en gekleurde afbeeldingen, welke dienst deden bij de samenstelling van den „Nederlandschen Boomgaard” (1868), de voornaamste Ned. pomologie, begonnen door O. en J.
Hooftman Pz., later mede voortgezet en voltooid door A. Koster Mz. en C. G. Overeynder.
Het werk vond direct een groote verspreiding, ook in België en Duitschland. Later vormde O. met C. de Vos en A. Koster Mz. de redactie van het prachtwerk „Flora en Pomona” (1875). Moerlands.Verdere werken: o.a. De beste Vruchten; De Wijnstok in onze Tuinen ; De Behandeling van Besooft.