Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 23-04-2019

Cobden

betekenis & definitie

Cobden - Richard, Engelsch staatsman; *3 Juni 1804 te Heyshott, ✝2 April 1865 te Londen.

Van nederige afkomst, werkte hij zich op tot eigenaar van een katoenspinnerij te Manchester. Rijk geworden, wierp hij zich in de politiek met een programma van democratie, vrijhandel, pacifisme en verstandhouding met Frankrijk; hij stichtte de „Anti-corn-law-league”, met het doel de rechten op den invoer van koren te bekampen; hij zegevierde in 1846. Lid van het Lagerhuis van 1841 af tot aan zijn dood, weigerde hij meermalen een portefeuille, o.m. in het kabinet Palmerston; in 1860 leidde zijn propaganda tot het verdrag met Napoleon III. Vooral man van de daad, heeft hij geen theoretisch werk nagelaten.

U i t g. van zijn redevoeringen : J. Bright, C.’s speeches and questions of public policy (Londen 1870); Political Writings (1867; uitgeg. door zijn weduwe). — L i t.: J. Morley, Life of R. C. (Londen 21902); A. Mongredien, History of the freetrade movement in England (Londen 1881); C. Brinckmann, R.C. und das Manchestertum („Klassiker der Politik” 1924).

Cosemans.

< >