Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 23-04-2019

Chocolade

betekenis & definitie

Chocolade - is een mengsel van ➝ cacaomassa met suiker, cacaoboter en allerlei aromatische stoffen, bijv. vanille; voor de bereiding van melkchocolade wordt tevens volle-melkpoeder toegevoegd. Het mengen van de bestanddeelen geschiedt met de meeste zorg in een vooraf op 30° à 40° verwarmden koldermolen, daarna tusschen walsen, om ten slotte in een persmachine van de bij het mengen opgenomen lucht bevrijd te worden. De chocolade wordt nu in stukken van bepaald gewicht verdeeld en in vormen gebracht, die op schuddende tafels zijn opgesteld, waardoor de vormen geheel met chocolade gevuld worden. Om het uitkristalliseeren der cacaoboter te voorkomen, moet de c. snel afgekoeld worden, gewoonlijk met behulp van koelmachines. Het cacao- en chocoladebesluit eischt voor c. een gehalte van cacaobestanddeelen van 32%, voor melkchocolade van 25%, terwijl het gehalte aan droge melkbestanddeelen daarvan ten minste 12½% moet bedragen.

Lit.: P. Zipperer, Die Schokoladenfabrikation (41924); A. W. Knapp, Cocoa and chocolate industry (21930); Luhmann-Finck, Kakao und Schokolade (21927).

Bosch.