Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 23-04-2019

Chloorwaterstof

betekenis & definitie

Chloorwaterstof - of zoutzuurgas, HCl, is een kleurloos gas met scherpen, prikkelenden geur. Smeltpunt -112° C, kookpunt -83° C, critische temperatuur 52,3° C, critische druk 86 at. Het begint bij ca. 1700° C merkbaar in waterstof en chloor te dissocieeren. Aan de lucht vormt het door wateraantrekking dikke nevels. Het lost sterk in water op; 1 vol. water lost bij 1 at en 0°C 525,2 vol. chloorwaterstof op, bij 1 at en 18°C 451,2 vol.; 1 kg water absorbeert bij 0°C 825 gram HCl, bij 20°C 721 gram, bij 60° C 561 gram. De oplossingen van chloorwaterstof in water noemt men zoutzuur of geest van zout.

In zuiveren toestand is ze kleurloos. Het ruwe, technische product is echter door de aanwezigheid van ijzer, chloor of organische stoffen veelal geel gekleurd. Destilleert men sterk zoutzuur, dan verliest dit gasvormig chloorwaterstof en bij 110° C gaat zoutzuur over, dat 20,24% HCl bevat. Verdund zoutzuur verliest bij de destillatie water en bij 110° C gaat weer zuur over met 20,24% HCl.

Zoutzuur is een sterk zuur, dat uit vele zouten, bijv. phosphaten, boraten, silicaten, de overeenkomstige zuren vrijmaakt. De meeste metalen, behalve de edelmetalen, lossen in koud of warm zoutzuur op. Zoutzuur komt voor in de vulkanische gassen en in het maagzuur der zoogdieren.

Bereiding.

Reeds Basilius Valentinus kende het zoutzuur, dat hij door destillatie van ijzervitriool met keukenzout verkreeg. Glauber gebruikte in de 17e eeuw zoutzuur, dat hij verkreeg uit keukenzout met zwavelzuur. Deze bereiding wordt ook nu nog technisch uitgevoerd. De reactie vindt plaats volgens de vergelijkingen: NaCl + H2SO4 = NaHSO4 + HCl en NaHSO4 + NaCl = Na2SO4 + HCl. Eerstgen. reactie verloopt reeds bij gewone temperatuur, de tweede pas bij sterkere verhitting.

Bij de werkwijze volgens Hargreaves en Robinson wordt keukenzout door inwerking van zwaveldioxyde, lucht en waterdamp omgezet: 2 NaCl + SO2 + O + H2O = Na2SO4 + 2 HCl. Het zwaveldioxyde haalt men uit de roostgassen. Een derde bereidingswijze is zuiver synthetisch. Mengt men waterstof met chloor en bestraalt men dit mengsel met sterk zonlicht of met het licht van brandend magnesium, dan vereenigen zich beide elementen onder explosie: H2 + Cl2 = 2HCL Technisch verhindert men het optreden van een explosie, door een waterstofvlam in chloorgas te laten branden. Deze synthetische bereiding heeft sinds de toepassing der chlooralkali-electrolyse, die groote hoeveelheden chloor oplevert, een sterke vlucht genomen.

Zoutzuur vindt toepassing in de chemische industrie voor de bereiding van metaalchloriden, het etsen en zuiveren van metalen voorwerpen, in de suikerfabricage, voor de bereiding van andere zuren (koolzuur), voor de diazoteering van aromatische basen in verband met de bereiding van azokleurstoffen, de fabricage van beenderlijm, salmiakzout, anilinezout, enz.

[i]Hackmann.

< >