Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 23-04-2019

Céterum cénseo cartháginem esse delendam

betekenis & definitie

Céterum cénseo cartháginem esse delendam - (Lat., = overigens ben ik van meening, dat Carthago moet verwoest worden), het hardnekkige slot van al de redevoeringen, die Cato de Oude in den Romeinschen senaat hield. Een overvloed van auteurs halen dit wereldberoemde woord aan, waarvan ook alleen beide eerste woorden geciteerd worden; o.a. Cicero in Cato maior (6.18), Livius (XLIX, Epitome), Plinius in Nat. hist. (16.20). Brouwer Gaius Cornelius Cethégus Een van Catilina’s saamgezworenen, wilde den consul Cicero dooden; na de ontdekking der samenzwering in de gevangenis gedood (5 Dec. 63 v. Chr.). Davids

< >