Verloren werk van Cicero, lofrede op Cato Uticensis, die in 46 v. Chr. zelfmoord pleegde.
Verschenen in 46 v. Chr.
Cicero beweert, dat hij het schreef op aandringen van Brutus, neef van Cato. Drumann zegt, dat Cicero er zonder twijfel voornamelijk sprak over de Catilinarische samenzwering, wat hem gelegenheid gaf zich zelf te verheerlijken, terwijl hij Cato scheen te prijzen.
Maar Drumann is niet erg op Cicero’s hand. Caesar antwoordde er op met een Anti-Cato.
Cicero rangschikte het werk, een dialoog, onder zijn philosophische werken. Weijermans