Cicero - 1° Marcus Tullius, beroemdste redenaar van het oude Rome; * 3 Jan. 106 v. Chr. te Arpinum, ♱ 7 Dec. 43 v. Chr. bij Cajeta. Te Rome studeerde hij rhetorica, onder leiding van de redenaars L. Crassus en M. Antonius, rechten en philosophie en bezocht tot verdere ontwikkeling verschillende leermeesters in Athene, KleinAzië en op Rhodus. In 81 v. Chr. begon hij zijn redenaars-loopbaan met zijn redevoering: pro P. Quinctio, in 75 zijn politieke loopbaan, waarin hij in 63 opklom tot het hoogste ambt van consul, dat hij besloot met de ontdekking en succesvolle bestrijding van de Catilinarische samenzwering. In het rumoerige Rome was hij een kracht voor de ordelievende partijen.
Na een korte ballingschap (58—57), waartoe hij door intrigues veroordeeld was, is zijn politieke invloed vrijwel voor goed verdwenen. In den strijd tusschen Octavianus en Antonius na den moord op Caesar in 44 trad C. onder bescherming van Octavianus nog eenmaal op met felle politieke redevoeringen tegen Antonius, waardoor hij zich echter diens haat op den hals haalde. Toen het jaar daarop Octavianus, Antonius en Lepidus een driemanschap vormden, werd C. door soldaten van Antonius vermoord.
Als dichter had C. weinig beteekenis, des te meer als redenaar en advocaat door den kunstigen en slimmen opbouw van zijn redevoeringen. Hij was de schepper van het klassieke, literaire Latijn; rhythmische zinbouw is een der voornaamste elementen van zijn kunstproza (➝ Clausula). Als philosoof was hij geen nieuw denker, meer een eclecticus, doch verwierf zich veel verdiensten door het in zuiver Latijn overzetten van Grieksche philosophische termen. Onder de bewaarde werken nemen zijn talrijke brieven een voorname plaats in. De invloed van C. als literator is zeer groot geweest zoowel op de eerste Christen-eeuwen alsook met name op de Renaissance.
Uitg.: C. Orelli (4 dln. 1845—’63); nieuwe critische uitg. in de Bibliotheca Teubneriana.
Lit.: M. Schanz, Gesch. der Röm. Literatur (I 1927); Drumann, Gesch. Roms (VI 1929); Th. Zielinski, C. im Wandel der Jahrh. (1929).
2° Quintus Tullius, jongere broer van den redenaar; * 102 v. Chr., ♱ 43 v. Chr.; deelde de studies van zijn broeder in Athene, bekleedde verschillende hoogere politieke functies en werd eveneens als tegenstander van Antonius vogelvrij verklaard en vermoord.
Bewaarde werken: Commentariolum petitionis (over het dingen naar ambten), benevens een 4-tal brieven.