Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 18-04-2019

Bunnik

betekenis & definitie

Bunnik - gem. in de prov. Utrecht, gelegen aan den Krommen Rijn en de spoorlijn Utrecht-Arnhem.

Opp. 1454 ha; rivierklei. 1746 inw. (1 Jan. 1933), voor de helft Kath. (parochie van de H. Barbara), verder vnl. Ned. Hervormd. Middelen van bestaan: tuinbouw en veeteelt. Vooral de tuinbouw komt tegenwoordig sterk op; ook de glascultuur neemt toe. Tot Bunnik behoort het buiten Rhijnauwen (eigendom van de gemeente Utrecht), met wandelpark en jeugdherberg, en het gehucht Vechten, bekend door opgravingen in verband met het Romeinsche vlootbasisstation te Fectio.

Akveld.

< >