Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 18-04-2019

Brahm

betekenis & definitie

Brahm - Otto, Duitsch literair-historicus en criticus; * 8 Febr. 1856 te Hamburg, † 28 Nov. 1912 te Berlijn; was tevens werkzaam als leider van het Deutsche Theater, nadien van het Lessingtheater te Berlijn. Als zoodanig, in opvoeringen van Ibsen, G. Hauptmann, Schnitzler, baanbreker van de nieuwe, naturalistische regie- en tooneelspelkunst.

Als literair-historicus is hij een leerling van W. Scherer. Medestichter van de vereeniging en het gelijknamig tijdschrift „Freie Bühne”.

Hoofdwerken: H. v. Kleist (41911); Kritische Schriften (2 dln. 1913 vlg., dr. P. Schlenther).

Pintelon

< >